Regering Marokko wil inwoners verpauperde mijnstad tegemoetkomen
Willemijn de Koning
correspondent Marokko
Willemijn de Koning
correspondent Marokko
De Marokkaanse regering is bereid inwoners van de mijnstad Jerada tegemoet te komen. In de stad in het noordoosten van het land wordt al dagenlang massaal geprotesteerd tegen de slechte leefomstandigheden. De steenkolenmijnen in Jerada sloten rond het jaar 2000 en sindsdien is de stad van ruim 40.000 inwoners verpauperd. Veel inwoners zoeken in de gesloten mijnen illegaal nog steeds naar kolen.
De minister van Energie en Mijnen, Rabbah, was woensdag en donderdag in de stad en sprak met de lokale autoriteiten, het energiebedrijf, vakbonden en de bewoners. Na afloop kondigde hij maatregelen aan. "De eisen van de demonstranten zijn geheel legitiem en we zullen ze niet negeren. We waren al bezig met projecten in de regio en we gaan kijken wat we nog meer kunnen doen."
Ook kondigde de minister een onderzoek aan naar de levensvatbaarheid van de mijnen. "We zullen bekijken welke zo gevaarlijk zijn dat ze moeten sluiten en waar mensen wellicht nog in waardigheid kunnen werken. Ook onderzoeken we mogelijkheden voor werkgelegenheid in de landbouw, handel en toerisme", aldus Rabbah. "Sommigen dingen kunnen snel, zoals de elektriciteitsrekeningen aanpassen en jongeren aannemen in de nieuwe energiecentrale. Andere projecten, zoals een zonnepanelenpark, kosten meer tijd."
Omgekomen in een waterput
Jerada leefde tot de eind jaren negentig van het werk in de mijnen, maar de laatste sloten in 2001. Andere mogelijkheden voor werk waren er niet, dus zagen de bewoners zich gedwongen om illegaal door te werken. Dit leidde in het verleden al tot dodelijke ongelukken en twee weken geleden gebeurde dat opnieuw. Twee broers stierven in een mijn nadat ze een waterput terecht waren gekomen in hun zoektocht naar steenkool.
Na de toch al grote onvrede over de hoge prijzen voor water en elektriciteit, was dit de druppel die de emmer voor de bevolking deed overlopen. Met tienduizenden gingen ze de straat op om verlaging van de water- en elektriciteitsprijzen en verbetering van hun economische situatie te eisen. Ook willen ze verbetering van de gezondheidszorg; veel mensen in de stad hebben silicose, een longziekte die veroorzaakt wordt door het inademen van silica, dat in de mijnen zit. Verder waren ze boos omdat het anderhalve dag duurde voordat hulpverleners de lichamen van de broers omhoog hadden gehaald.
Het is gevaarlijk werk. Als je erin gaat is er geen garantie dat je eruit komt
Voordat minister Rabbah naar de stad kwam, was het 's ochtends nog stil. "Niemand werkt meer in de mijnen na het ongeluk," vertelt Driss, een mijnwerker. Volgens de inwoners werken zo'n 3000 mensen illegaal in de mijnen. "Het is gevaarlijk werk. Als je erin gaat, is er geen garantie dat je eruit komt. Je daalt 100 meter af zonder zuurstof, elektriciteit en verzekering. Je zit alleen vast aan een touw dat twee mannen boven je vasthouden. Dan kom je in gangetjes van 40 tot 80 centimeter smal. Zo moet je op je rug het steenkool boven je eruit proberen te hakken."
Driss verdient daar zo'n zes à zeven euro per dag mee. "Dat is weinig, maar er is geen ander werk. Dat hebben we al vaker aangekaart bij de overheid en die beloofde van alles, maar er is niets verbeterd." De stad kreeg wel een centrum voor longziektes. "Maar er is niet genoeg apparatuur en personeel om je te helpen daar", aldus Driss.
Tegen corruptie
's Middags komen de bewoners zoals elke dag samen om te protesteren. Deze dag komen er zo'n 4000 mensen bijeen, minder dan normaal. "Ik eet alleen brood en drink thee elke dag, meer heb ik niet. We hebben werk nodig voor de jongeren zodat we wat anders kunnen eten", aldus een vrouw die ook aanwezig is bij het protest.
De vrouw draagt een Marokkaanse vlag om haar heen. "Leve de koning!", roept ze. "We zijn niet tegen de koning, maar tegen de corrupte mensen hier", zegt ze. "De verantwoordelijkheid ligt bij de politieke partijen, vakbonden, burgers en mensen die de kool kopen," aldus een jonge demonstrant. "We stoppen pas als de lokale overheid onze eisen accepteert en er wat aan gaat doen."