Profclubs jagen op 'voetbalbaby's'
In de jacht op talent komen Nederlandse voetbalclubs uit bij steeds jongere kinderen. Al voor hun zesde jaar worden ze gescout op de amateurvelden en verleid om naar de opleiding van een profclub te gaan.
Volgens experts is dit systeem niet effectief en zelfs gevaarlijk voor de geestelijke en lichamelijke ontwikkeling van de talenten. Zij pleiten ervoor dat profclubs kinderen tot hun twaalfde met rust laten.
"Voor mij zijn het nog voetbalbaby's", zegt Mike Kolf over drie zesjarige talentjes die amateurclub Zeeburgia mogelijk gaan verlaten. Als hoofd van de opleiding is hij echter ook trots op het imago van de club, die gezien wordt als kweekvijver voor profclubs. Maar liefst 45 jonge talenten verruilden het complex in Amsterdam-Oost vorig jaar voor dat van een club in het betaald voetbal.
Zeeburgia heeft een samenwerking met Ajax, dat deze zaterdagochtend door twee scouts wordt vertegenwoordigd. Ze speuren de veldjes af op zoek naar jongens die voor hun zevende laten zien dat ze voetbaltalent hebben. "Wij willen ze eigenlijk zo vroeg mogelijk hebben, want als we jongens na hun twaalfde scouten hebben we het gevoel dat ze heel veel jaren opleiding missen," verklaart Theo van Santen, een van de Ajax-scouts. "En over het algemeen haal je dat niet meer in."
Wedloop
De beroemde Ajax-opleiding had in het verdere verleden de vrije keuze op de Amsterdamse velden. Andere clubs waagden zich niet aan de reis naar de hoofdstad. Tegenwoordig ziet Van Santen bij Zeeburgia echter concurrenten van een groot aantal Nederlandse clubs: "FC Utrecht, AZ, PSV en Feyenoord. En dan moet je je afvragen of je zo'n heel klein jochie richting Feyenoord of PSV moet laten gaan."
De wedloop om jong talent heeft niet alleen gevolgen in Amsterdam. De ontwikkeling verontrust Bastiaan Riemersma, hoofd jeugdopleiding van Willem II: "Voor veel clubs geldt dat ze de jongens willen hebben voor ze gespot worden door andere clubs. Dus je ziet dat het de afgelopen jaren naar steeds jonger gaat."
NOS-redacteur Edwin Schoon, die de steeds lager wordende leeftijdsgrens onderzocht, onderstreept de woorden van Riemersma in het NOS Radio 1 Journaal. "De jeugdopleidingen hopen dat ene talentje te vinden dat ze voor 20 miljoen kunnen verkopen en vissen met een steeds groter net."
Riemersma: "Dan vraag je je af waar dat eindigt. Als elke club straks een team voor spelers onder acht jaar heeft en een team voor onder zeven jaar, dan zijn we dadelijk bij het kraambed met zijn allen aan het kijken wie we moeten hebben." Riemersma maakte de discussie over het verlagen van de leeftijdsgrens mee bij PSV, waar hij de onderbouw onder zijn hoede had.
De discussie blijkt in 2007 ook te hebben gespeeld bij de KNVB. De voetbalbond liet wetenschappers uitgebreid onderzoek doen naar het moment waarop kinderen kunnen beginnen aan de opleiding tot betaald voetballer. Het onderzoeksrapport werd nooit openbaar gemaakt.
De wetenschappers doen een belangrijke aanbeveling: "Spreek als KNVB duidelijke taal over de instroomleeftijd zodat daar geen misverstand over kan bestaan. Ons advies is een algemeen geldende instroomleeftijd vanaf 10 jaar. Zorg ervoor dat iedere club zich vervolgens aan de voorgeschreven instroomleeftijd houdt alsook aan de daarbij behorende voorwaarden."
Sluiproute voor profclubs
De KNVB heeft daarna inderdaad voorwaarden gesteld aan het opleiden van talenten onder de 10 jaar. Die voorschriften gelden echter niet voor de profclubs die een amateurtak hebben. Een sluiproute, die volgens Bastiaan Riemersma veel gebruikt wordt: "Omdat de regels te omzeilen waren, werd het toch gedaan. Dan is de vraag: waar ligt de schuldvraag? Had de KNVB harder moeten ingrijpen? Hadden de clubs de verantwoordelijkheid moeten pakken?"
De KNVB zegt de laatste jaren de jeugdopleidingen van profclubs wel beter te monitoren. Ook de cijfers over de precieze instroom en uitstroom zijn bekend in Zeist. Uit privacy-overwegingen wil de KNVB deze niet openbaar maken. Wel zegt de voetbalbond dat er over de laatste vijf jaar ongeveer 8.000 spelers in de jeugdopleidingen van profclubs zitten of hebben gezeten.
KNVB: Europese regelgeving nodig
In een reactie op de reportage van de NOS, die de KNVB heeft gezien, stelt de bond: ''Tienduizenden jonge kinderen dromen van een carrière in het topvoetbal. Die dromen moeten ze dromen op de plaats waar ze zich veilig voelen. Maakt niet uit als dat thuis is, bij een kleine club, op school of bij een profclub, als het maar een veilige omgeving is. Of het veilig is, bepalen de betrokken ouders op de eerste plaats zelf. Bij de KNVB zijn we ervan overtuigd dat onze clubs, amateurs en betaald, die geborgenheid bieden.
Wil je paal en perk stellen aan scouting onder extreem jonge spelertjes, dan is er Europese regelgeving nodig, zoiets kun je nooit als individueel (klein) land of als individuele voetbalbond alleen bewerkstelligen.''