Arbeiders in een kledingfabriek in Vietnam
NOS NieuwsAangepast

Eerste succesjes door textiel-meldpunt, maar grote misstanden blijven

In de bestrijding van misstanden in de wereldwijde kledingindustrie zijn bij het Nederlandse Convenant Duurzame Kleding en Textiel het afgelopen jaar zes zaken gemeld. Eén geval in Myanmar is inmiddels opgelost. Aan de anderen zaken in onder meer Turkije en Indonesië wordt nog gewerkt, blijkt uit een eerste jaarrapportage.

Het convenant is een samenwerking tussen maatschappelijke organisaties, het bedrijfsleven en de overheid om misstanden in de kledingindustrie te bestrijden. De samenwerking kwam versneld tot stand na de ramp in de kledingfabriek Rana Plaza in Bangladesh in 2013. Bij de instorting van die fabriek vielen 1100 doden.

"Er zijn inmiddels 65 Nederlandse kledingmerken die met ons meedoen", zegt Pierre Hupperts, voorzitter van het convenant. "Die bedrijven gebruiken samen bijna 3000 productielocaties en die hebben wij nu in kaart. Als er van zo'n locatie een melding komt, weten wij dus welk Nederlands bedrijf daar z'n textiel laat maken."

Myanmar

Zo kwam er een melding uit Myanmar. Twee medewerkers werden daar ontslagen nadat ze actief waren geworden voor de vakbond. "We kregen die melding via de Fair Wear Foundation en zagen dat het om een fabriek ging waar onder meer WE Fashion spullen laat maken. Toen hebben we samen met WE en de lokale vakbond de fabrieksdirecteur benaderd. De twee medewerkers werden weer aangenomen. Al heeft er eentje besloten iets anders te gaan doen."

Dit is één opgelost probleem op 2800 fabrieken

Tara Scally

De andere klachten kwamen uit Turkije, Indonesië, India, Bangladesh en Oekraïne. "Dan gaat het om te lage lonen en slechte voorzieningen voor arbeiders in fabrieken", zegt Hupperts. "Die zaken zijn nog in onderzoek. Meldingen van kinderarbeid zijn nog niet binnengekomen."

De organisatie Schone Kleren Campagne (SKC) reageert aarzelend op de eerste resultaten van het convenant. "Het is zeker fijn dat de zaak in Myanmar is opgelost. Maar dat is één probleem op 2800 fabrieken. Dat is naar verhouding niet zo heel erg veel", zegt Tara Scally van SKC.

De organisatie wil dat de merken hun productielocaties openbaar maken, zodat ook consumenten zien waar de kleding precies vandaan komt. Nu weet alleen het convenant dat. "Dus het merk is afgedekt, maar ze willen het niet openbaar maken uit concurrentieoverwegingen. Je wil niet dat je concurrent erachter komt dat je ergens een fantastische fabriek hebt ontdekt", legt Hupperts uit.

De kledingmerken moeten meer doen, want daar ligt volgens Scally de verantwoordelijkheid. Die moeten weten wat er speelt in de fabrieken en een plan hebben om dat aan te pakken. Dat zien we in de jaarrapportages niet terug; maar 18 procent van de bedrijven heeft een plan om dit soort zaken aan te pakken."

In Servië moest het personeel luiers dragen, zodat ze konden doorwerken.

Tara Scally (SKC)

De Schone Kleren Campagne heeft zelf een inventarisatie gemaakt van textielfabrieken in twaalf Europese lagelonenlanden, zoals Polen, Roemenië, Bulgarije of Servië. Naar schatting werken in die landen anderhalf miljoen mensen in naaiateliers, vooral vrouwen.

"Het gaat vaak over Bangladesh of India, maar 'Made in Europe' is absoluut geen garantie dat de producten eerlijk tot stand zijn gekomen", zegt Tara Scally. "Soms zijn de omstandigheden nog ernstiger dan in Azië. Zoals in Servië. Daar kreeg personeel de instructie om luiers te dragen, zodat ze konden doorwerken als ze moesten plassen."

Ook de lonen zijn volgens de SKC nog lang niet in orde. "In veel van die landen krijgen de mensen niet eens een minimumloon, terwijl dat minimumloon zelf al vaak onder de armoedegrens ligt", zegt Scally. "Neem Macedonië. Volgens onze statistieken verdient daar bijna 40 procent van de arbeiders te weinig om huur, elektriciteit en boodschappen te betalen."

Bij het convenant zijn nog geen meldingen uit Oost-Europa binnengekomen. "Maar daar zullen inderdaad dezelfde misstanden voorkomen als in Azië", zegt Hupperts van het convenant. "Daar moeten de kledingmerken van het convenant ook naar kijken en ze moeten in actie komen als dat nodig is."

Bij SKC zijn veel misstanden bekend, maar het verbaast Scally niet dat er zo weinig meldingen worden gedaan. "Mensen durven niet te klagen, want dat heeft vaak negatieve gevolgen. En bovendien is er geen lokaal vertrouwenspersoon, dus waar moeten ze dan terecht? Bovendien; de kans dat een arbeider dan zelf naar het kantoor van het convenant belt, is vrij klein."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl