'Onverklaarbare waarnemingen, dus ook hier ufo-onderzoek nodig'

• Carmen Dorlo

  redacteur Online

22 miljoen dollar per jaar gaf het Amerikaanse Pentagon uit aan onderzoek naar ufo's. "Dat is echt heel interessant en best wel heel veel geld voor 'zomaar een hobby'", vertelt ufoloog Alex Griffioen. "Dat moet wel betekenen dat ze heel veel informatie bezitten en dingen hebben ontdekt."

Een van de waarnemingen die het Pentagon onderzocht, vond plaats in 2004. Een wit object, zo groot als een vliegtuig, werd gespot en later gevolgd door twee gevechtsvliegtuigen boven San Diego. Het object verdween en het is nog steeds onduidelijk wat het was, schrijft The New York Times.

Soortgelijke waarnemingen hebben we ook in Nederland, zegt Griffioen, die het Nederlandse ufo-meldpunt beheert. Maar onderzoek wordt daar niet naar gedaan. "Er zijn wel meldingen in Nederland, maar die worden niet in het geheim bekeken door Defensie."

Bij het meldpunt van Griffioen, die in het dagelijks leven webdesigner is, komen gemiddeld 69 meldingen van waarnemingen per maand binnen. "Van 30 procent kan je het wel verklaren: dan is het een schittering van licht in de cameralens of is het gewoon een ster of vliegtuig. Ongeveer 65 procent kan je niet verklaren omdat er te weinig informatie is", legt hij uit.

"Maar 5 procent is heel spraakmakend, want die meldingen zijn onverklaarbaar en wat er gezegd wordt is gewoon niet te rijmen met wat we kennen."

En dat kan heel spectaculair zijn, want er hoeft maar één waarneming te zijn van een ufo die het verschil kan maken, gaat Griffioen verder. "In het verleden zijn er meerdere waarnemingen geweest waarvan de oorsprong onverklaarbaar was. Erg mysterieus."

De bekendste opmerkelijke ufo-gebeurtenis is toch wel het Roswellincident in 1947. Er zou toen een vliegende schotel zijn neergestort nabij het Amerikaanse Roswell. Meerdere getuigen houden al tientallen jaren vol dat ze hebben gezien dat een ruimteschip met buitenaardse lijken werd geborgen.

Daarna startte de Amerikaanse Defensie het project Bluebook om de ufo-waarnemingen te monitoren: er kwamen tussen 1947 en 1969 12.618 waarnemingen binnen, waarvan er 701 onverklaarbaar bleven. De meeste waarnemingen bleken ook hier vliegtuigen, sterren, wolken en spionagevliegtuigen.

Zulke 'grote' verhalen kennen we in Nederland niet, zegt Griffioen. "Al was er wel iets opmerkelijks eind jaren 70 bij Soesterberg. Daar werd iets geks gezien en dat werd nooit verklaard. Uiteindelijk was er ook niets meer van documenten over die waarneming te vinden."

In de jaren 70, 80 en 90 werden wel vaker mogelijke ufo's gespot. Daarna is een dipje in het aantal ufo-meldingen te zien. "Dat is makkelijk te verklaren: we hebben natuurlijk betere radarapparatuur gekregen, daardoor zijn meer waarnemingen te verklaren", legt Griffioen uit.

Maar toch blijven de ontvoeringsverhalen van vroeger nog naar boven komen, zegt Griffioen. "Bij ons kwam laatst een melding binnen van een vrouw die in de slaapkamer stond, een fel licht zag, en vervolgens in de sneeuw in de tuin stond. Zonder voetstappen achter zich. Maar die meldingen vind ik wel een beetje lastig, daar kijk ik wel sceptisch naar."

Want te veel speculeren is niet goed, gaat Griffioen verder. "Die waarnemingen worden al heel snel glibberig. Als getrainde waarnemers zeggen dat het klopt, dan kunnen we het geloven. Die mensen zijn opgeleid om te herkennen wat ze zien."

De wereld zou juist meer ufo-sceptici nodig hebben, zegt Griffioen. "Dat zorgt voor discussie en een tegengeluid. Dan worden de hele stellige mensen ook wakkergeschud als een van hun ufo-waarnemingen gewoon niet klopt."

Geen 22, maar 1 miljoen

Maar toch zou zo'n onderzoek als in de VS wel heel fijn zijn voor Nederland, denkt hij. "Voor de ufologie is het heel belangrijk dat de wetenschap zich ermee bezighoudt. Je wil die speculatie op een zinnige manier kunnen verklaren. Onderzoek helpt daarbij. Ik wil dat best doen, hoor. Ik heb geen 22 miljoen euro nodig, 1 miljoen is al meer dan genoeg", lacht Griffioen.