Na onthullingen ook meer hulpvragen door #metoo

• Mitchell van de Klundert

  redacteur Online

Slachtoffers van seksuele intimidatie of seksueel misbruik zoeken steeds vaker hulp. Slachtofferhulp Nederland heeft het aantal hulpvragen over dat onderwerp via haar website, hulplijn en chat met twintig procent zien stijgen. Dit zegt de organisatie tegen de NOS.

Als reden voor de stijging noemt Victor Jammers, bestuurslid van Slachtofferhulp Nederland, de #metoo-campagne en programma's zoals Verkracht of niet? van BNNVARA. "De drempel om seksuele intimidatie te melden is door #metoo en de programma's verlaagd", zegt Jammers.

Ook politievakbond NPB heeft recent het aantal meldingen van seksuele intimidatie en misbruik door #metoo fors zien stijgen. "Van mensen die lastig zijn gevallen op hun werk tot aan verkrachtingen. Dit is echt de laatste weken allemaal losgekomen", zei NPB-voorzitter Jan Struijs vandaag in EenVandaag.

Een politiewoordvoerder laat in een reactie aan de NOS weten dat er "cijfermatig geen onderbouwing" is voor de beweringen van de NPB, zowel voor wat betreft het aantal meldingen als het aantal aangiften. Ook Jammers van Slachtofferhulp Nederland waarschuwt voor teveel optimisme: "Voor veel slachtoffers is de drempel die zij ervaren nog niet weggenomen."

Het Centrum Seksueel Geweld sluit zich evenwel aan bij Slachtofferhulp Nederland en NPB. "We zien een toename van meldingen. Mensen zijn de afgelopen weken meer gaan praten, vragen en onthullen", zegt Iva Bicanic, landelijk coördinator van Centrum Seksueel Geweld.

#metoo

Onthullingen over seksuele intimidatie of misbruik in de media zijn er genoeg de afgelopen weken. Wat begon met beschuldigingen aan het adres van de Amerikaanse filmproducent Harvey Weinstein, waarmee #metoo werd ingeluid, volgden onder andere onthullingen over acteur Kevin Spacey. #metoo speelt intussen ook in de Britse politiek.

Ook Nederland heeft zijn onthullingen. Zo zijn er de aangifte van journalist Jelle Brandt Corstius tegen tv-producent Gijs van Dam wegens verkrachting en de bekentenis van filmmaker Job Gosschalk, die bij meerdere acteurs over grenzen is gegaan.

Dat de verhalen van slachtoffers en vermeende daders uitgebreid aan bod komen in de media noemt Jammers van Slachtofferhulp Nederland een goede zaak. "Het is goed dat duidelijk is geworden dat het niet een probleem is van een kleine groep, maar dat het een breed probleem is in de hele samenleving in veel landen van de wereld. De berichten in de media helpen slachtoffers om hun verhaal te vertellen. Dat kan hen helpen in hun verwerking."

Hij wil daarbij andere slachtoffers niet adviseren om direct naar de media te stappen. "De meeste slachtoffers hebben geen behoefte aan publiciteit over hetgeen hen overkomen is. Ons dringend advies aan slachtoffers is om het verhaal te delen met iemand die zij vertrouwen."

Bicanic van Centrum Seksueel Geweld sluit zich daarbij aan. "Waar slachtoffers vooral behoefte aan hebben is goede traumahulp om, liefst met support van hun omgeving, te kunnen herstellen."

Anoniem

Bij sommige onthullingen blijven de vermeende slachtoffers anoniem, terwijl de vermeende dader(s) met naam worden genoemd. Eerder vandaag verdedigde journalist en Joop.nl-hoofdredacteur Francisco van Jole zich op NPO Radio 1 tegen anonieme beschuldigen van misbruik. Die beschuldiging werd gedaan via de website GeenStijl. Van Jole kan zich het voorval van tien jaar geleden herinneren zegt hij in het radioprogramma, maar zegt tegelijkertijd dat hij het anders heeft ervaren. "Ik ben er heel erg van geschrokken", aldus Jole.

Door het brengen van onthullingen over seksuele intimidatie via de media kunnen lezers en kijkers snel hun oordeel klaar hebben over schuld en onschuld. Te snel mogelijk. "Rechtspraak door de media", noemde een expert het eerder tegen de NOS.

Erevoorzitter Pieter van Vollenhoven van het Fonds Slachtofferhulp stelde vandaag voor om daarom een speciale instantie in het leven te roepen die beschuldigingen van seksuele intimidatie moet onderzoeken voordat ze in de publiciteit komen. Tegen RTL Nieuws zegt hij: "Die misstanden moeten kunnen worden doorgegeven aan een instantie die kan onderzoeken of het waar is of dat het om een onjuist bericht gaat."

Instantie niet nodig

Zo'n instantie is voor zowel Bicanic als Jammers niet nodig. "Daar is de Nationale Politie voor", zegt Bicanic. "Een zedenslachtoffer dat aangifte doet, heeft het recht om haar of zijn klacht correct behandeld en onderzocht te zien. Dit heeft niet alleen een juridische, maar ook een sterk symbolische waarde."

Jammers: "Slachtoffer van seksueel misbruik kunnen altijd terecht bij de politie of bij Slachtofferhulp Nederland om te overleggen wat verstandige vervolgstappen na seksueel misbruik zijn. Als een slachtoffer besluit om aangifte te doen, start de politie het opsporingsonderzoek. Volgens Jammers bestaat er in die zin al een instantie die onderzoek doet naar de beschuldigingen.