Chef de mission Bijl waagt zich niet aan olympische doelstelling
Nog even en dan is Pyeongchang het middelpunt van de wereld. In februari zijn daar de Winterspelen. Nederland zal vooral vertegenwoordigd worden door schaatsers en shorttrackers, én een nieuwe chef de mission: Jeroen Bijl.
Ooit volleyballer, daarna algemeen directeur bij PEC Zwolle en nu alweer jaren werkzaam bij NOC*NSF. In Zuid-Korea debuteert Bijl als chef de mission. Hij neemt het stokje over van Maurits Hendriks.
"De rol als chef blijft natuurlijk hetzelfde, maar als persoon zijn we heel verschillend", zegt Bijl. "Ik zal de functie meer vanuit de sporter benaderen, omdat ik zelf sporter ben geweest."
Hoe uit zich dat dan? "Dat gaat vaak over basale dingen als transport, huisvesting en voeding. Dat moet echt goed geregeld zijn. En als oud-teamsporter probeer je van alle individuele sporters een echt Team NL te maken."
Bij de vorige Winterspelen in Sotsji haalde Nederland 24 medailles, waarvan 23 op de schaatsbaan. Een dergelijk aantal is niet realistisch voor Pyeongchang, vindt Bijl.
"Daar viel alles op zijn plek. Wij waren buitencategorie en de concurrentie liet steken vallen. Het was uitzonderlijk. Vlak voor de Spelen kijken we samen met de KNSB naar de doelstelling, maar de ondergrens is 12 medailles."
Losersvlucht
Na de Zomerspelen van Rio kreeg NOC*NSF veel kritiek op de zogenaamde losersvlucht, die sporters die halverwege de Spelen al klaar waren naar Nederland bracht, zodat ze hun collega's niet konden afleiden.
"Dat is nu niet aan de orde", zegt Bijl. "Het is nu een kleinere ploeg en er wordt continu geschaatst. Het is ook zeer de vraag of we überhaupt nog een losersvlucht moeten doen. We hebben er natuurlijk wel iets van geleerd."