Unicef: 320.000 kinderen gevlucht uit Myanmar
Het aantal Rohingya-kinderen in vluchtelingenkampen in Bangladesh is gegroeid tot zo'n 320.000. Dat meldt VN-organisatie Unicef in een nieuw rapport. In september maakte Unicef nog melding van 240.000 gevluchte kinderen.
Volgens Unicef moet er een humanitair actieplan komen om de kinderen een goede toekomst te kunnen geven. "Ze hebben dringend voedsel, drinkwater, sanitaire voorzieningen en vaccinaties nodig om ze te beschermen tegen ziektes die uitbreken in noodsituaties", zegt directeur Antony Lake. "Maar ze hebben ook hulp en onderwijs nodig bij het verwerken van alles wat ze hebben moeten verdragen."
Hutjes van bamboe
De Rohingya-moslims zijn een etnische minderheid in Myanmar. Het leger viel eind augustus in de noordelijke staat Rakhine stelselmatig dorpen van Rohingya aan en brandde ze plat. Aan de vluchtelingenstroom in buurland Bangladesh lijkt geen einde te komen.
Maya Vandenent, hoofd Gezondheid van Unicef in Bangladesh, zegt dat er 76 miljoen dollar nodig is voor de opvang in Bangladesh. De omstandigheden zijn moeilijk, zegt ze. "In het zuiden van Bangladesh is een megakamp dat volgepakt is met hutjes van bamboe en plastic zeil. Ze wonen heel dicht op elkaar gepakt."
In totaal zitten nu zo'n 600.000 vluchtelingen in Bangladesh.
Unicef meldt dat er nog dagelijks 1200 à 1800 Rohingya uit Myanmar vluchten, zestig procent van hen zijn kinderen. De organisatie waarschuwt dat veel jonge kinderen in de opvangkampen ernstig ondervoed zijn.
Op NPO Radio 1 vertelde Vandenent hoe de kinderen eraan toe zijn als ze aankomen in het kamp. "Ze hebben veel geweld gezien of zelf meegemaakt, zoals verkrachtingen en moord. Ze hebben vaak hun verbrande dorpen halsoverkop verlaten en hebben daarna vijf, zes dagen gelopen en heel gevaarlijke omstandigheden moeten overleven voordat ze in Bangladesh aankwamen."