Driekwart insecten verdwenen, landbouw mogelijk boosdoener
In Duitse natuurgebieden vliegen ruim driekwart minder insecten rond dan dertig jaar geleden. Die teruggang is veel groter dan eerder werd gedacht en is in Nederland vermoedelijk net zo groot.
Een verontrustende ontwikkeling, vinden ecologen van de Radboud Universiteit in Nijmegen. Zij publiceerden de resultaten van hun onderzoek in het wetenschappelijke tijdschrift PLoS ONE. En er is volgens hen geen enkele reden om aan te nemen dat het in Nederland beter gaat met de insecten dan in het Duitse onderzoeksgebied.
Sinds 1989 houden Duitse entomologen (insectendeskundigen) in 63 beschermde natuurgebieden minutieus bij hoeveel insecten er rondvliegen, op verschillende momenten in het jaar. Dat doen ze door de beestjes te vangen in zogenoemde malaisevallen en de biomassa te wegen.
De Radboud Universiteit heeft deze data geanalyseerd en concludeert dat het gemiddelde totale gewicht na 27 jaar met 76 procent is afgenomen. In de zomer, als het insectenaantal zijn piek bereikt, zien ze zelfs een daling van 82 procent.
Professor Hans de Kroon van de Radboud Universiteit noemt de uitkomsten alarmerend. "Insecten zijn enorm belangrijk in het ecosysteem", zegt hij. "Het zijn de bestuivers, ze zijn de voedselbron van onze vogels en van veel zoogdieren. Als daar driekwart van verdwijnt, heeft dat een enorme impact op het ecosysteem en uiteindelijk ook op onszelf. Het zou mij niet verbazen als de teruggang van andere soorten, zoals veel zangvogels, uiteindelijk valt terug te leiden tot wat we hier zien."
Nederland
De natuurgebieden waar de Duitsers hun metingen hebben gedaan, lijken erg op veel natuurgebieden in Nederland. Ze zijn relatief klein en omsloten door agrarische gebieden. Een aantal ligt vlak bij de Nederlandse grens. "Dit houdt natuurlijk niet op bij de grens", zegt De Kroon. "Ik denk dat wat we zien in Duitsland zien, ook in Nederland gebeurt en ook in andere gebieden in Europa."
Over de oorzaak van de enorme teruggang zijn de onderzoekers voorzichtig. "We weten door deze studie nu wel waar het níet aan ligt. Het veranderende klimaat en het beheer van de landschappen kunnen we wegstrepen als mogelijke oorzaken. Wat overblijft, is dat deze gebieden relatief klein zijn en midden in het agrarisch landschap liggen. Dus de invloed van de schaalvergroting in de landbouw en het gebruik van pesticiden zijn absoluut factoren die hier een rol kunnen spelen."
Optimistisch
Volgens De Kroon is het tij nog te keren. "De natuur heeft een enorme veerkracht en daar zullen we gebruik van moeten maken. Ik ben daar optimistisch over. Maar dan moeten we de oorzaken opsporen en daar ook daadwerkelijk iets aan doen. En ondertussen alle voorzichtigheid betrachten en maatregelen versneld doorvoeren waarvan we weten dat ze gunstig zijn voor insecten".