Dijsselbloem geeft PvdA-zetel op en verlaat politiek Nederland
Demissionair minister van Financiën Jeroen Dijsselbloem neemt over twee weken afscheid van de Nederlandse politiek. Dat meldt hij in een brief aan Kamervoorzitter Arib.
Dijsselbloem (51) legt zijn Kamerlidmaatschap neer op 25 oktober, in de week waarin het aantreden van het nieuwe kabinet wordt verwacht. "Ik verlaat daarmee de Nederlandse politiek", schrijft hij, "en dat valt me zwaar."
De PvdA'er was sinds de verkiezingen Kamerlid, maar vervulde de afgelopen maanden ook zijn taken als demissionair minister.
Zijn vertrek betekent dat hij zijn zetel in de Tweede Kamer voor de PvdA opgeeft. Hij schrijft dat hij de bezieling mist die de negenkoppige fractie in de oppositie hard nodig heeft.
Mijn partij moet verder en heeft daarvoor negen kanonnen nodig. Ik ben nu tot de conclusie gekomen dat ik in deze rol, in deze fase, die vuurkracht niet heb.
De demissionair minister maakt wel zijn termijn als voorzitter van de Eurogroep af, die tot januari duurt. De ministers van Financiën van de eurolanden stemden daar eerder deze week mee in. In zijn brief schrijft hij niet wat zijn verdere toekomstplannen zijn.
Dijsselbloem zat sinds 2000 in de Tweede Kamer. Hij werd in 2012 benoemd tot minister van Financiën. Hij zegt trots te zijn op de manier waarop de regeringscoalitie van VVD en PvdA Nederland door de economische crisis heeft geleid.
Hij zegt dat hij heeft getwijfeld om zich verkiesbaar te stellen, maar dat zijn loyaliteit aan de partij "en de plicht die ik voelde om in de campagne ook verantwoording af te leggen over de gemaakte keuzes in de afgelopen jaren" de doorslag gaven.
Door het historische verlies voor de PvdA bij de verkiezingen verloor hij de inspiratie om volksvertegenwoordiger te blijven. Op de vraag wat hij zegt tegen de 51.000 kiezers die in maart op hem hebben gestemd, antwoordt hij: "Het spijt me zeer en ik neem dat niet licht, want ik weet dat die mensen bewust op mij hebben gestemd. Dus ik voel me er oprecht bezwaard over. Maar die mensen verwachten dat alle negen Kamerleden er volledig voor gaan."
