De Nederlandsche Bank is bezorgd: te veel aflossingsvrije hypotheken
De Nederlandse hypotheekschuld bestaat voor 55 procent uit aflossingsvrije en beleggingshypotheken waarop niet of nauwelijks wordt afgelost. In totaal 340 miljard euro. 870.000 huishoudens hebben zelfs een geheel aflossingsvrije hypotheek. Als die hypotheek afloopt zit de huiseigenaar met een grote woningschuld, die in één keer aan de bank moet worden afgelost.
De Nederlandsche Bank (DNB) denkt dat dit probleem over tien tot vijftien jaar in volle omvang opdoemt. Banken en klanten moeten daarom met elkaar om de tafel gaan zitten voor haalbare aflossingsplannen om financiële problemen te voorkomen.
Aflossingsvrij wekt de suggestie dat er niet op de hypotheek hoeft worden afgelost, maar dat is natuurlijk alleen gedurende de looptijd.
"Aflossingsvrij wekt de suggestie dat er niet op hoeft worden afgelost, maar dat is natuurlijk alleen gedurende de looptijd. Aan het einde van de looptijd moet het hele bedrag in één keer worden afgelost en dat kan grote problemen geven", zegt DNB-president Klaas Knot. "Mensen hebben doorgaans niet zoveel geld achter de hand, en hebben als ze met pensioen gaan ook nog eens een lager inkomen. Ze moeten misschien hun huis verkopen, of een nieuwe lening afsluiten en daarvan is de rente niet meer aftrekbaar."
Banken hebben een zorgplicht en DNB pleit daarom voor een voortvarende en pro-actieve aanpak door banken. Toch is het ook een verantwoordelijkheid van de klant. "Een financiële oplossing kan niet geforceerd of eenzijdig afgedwongen en als een klant niet wil meewerken of het probleem negeert dan houdt het verhaal daar op", aldus Knot.
Hollen of stilstaan
DNB deelde de hypotheekzorgen vandaag bij het halfjaarlijks Overzicht Financiële Stabiliteit. De Nederlandse woningmarkt trekt stevig aan en vertoont zelfs tekenen van oververhitting. Door het economisch herstel en de lage rente stijgen de huizenprijzen snel. "Het is hollen of stilstaan in de Nederlandse economie", concludeert DNB.
Tijdens de economische crisis zakt de woningmarkt in elkaar, dalen de prijzen waardoor de crisis versterkt wordt; bij economisch herstel leeft de woningmarkt op en schieten de prijzen omhoog. Momenteel staat nog bij 15 procent van de huishoudens het huis 'onder water', de waarde van het huis lager ligt dan de hypotheek die is afgesloten. Op het dieptepunt van de crisis in 2013 was dat nog 30 procent.
Bovendien kent Nederland een genereuze hypotheekrenteaftrek en royale leennormen wat voor een relatief hoge hypotheekschuld zorgt. DNB pleit al jaren voor een snelle afbouw van de hypotheekrenteaftrek en inperking van de leennorm. Het nieuwe kabinet wil daar werk van maken.
Leningwaarde
De zogeheten loan-to-value (LTV), de leningwaarde versus de woningwaarde, moet omlaag. Die was ooit 106 procent, dus voor een huis van 100.000 euro kon een hypotheek van 106.000 euro afgesloten worden. Inmiddels is de LTV teruggeschroefd naar 101 procent en komt volgend jaar uit op 100 procent.
DNB wil de leennorm liefst geleidelijk verder afbouwen naar 90 procent, wat betekent dat huishoudens veel meer eigen geld in een koophuis moeten stoppen. In veel landen is een LTV van 80 tot 90 procent gebruikelijk.
Omwille van de hoge hypotheekschuld van huishoudens en de ruime verstrekking zijn er nieuwe strengere regels in de maak voor de financiële buffers van banken, de zogeheten Basel IV-regels. Binnen enkele weken zijn die klaar, verwacht DNB.
Voor Nederlandse banken wordt dat een dure zaak. In de ogen van de internationale bankenwereld lopen zij met hun hypotheekportefeuilles hogere risico's en zullen miljarden euro's bij moeten leggen. Dat maakt dit soort hypotheken voor banken duurder om te verstrekken en zal resulteren in hogere hypotheektarieven voor de klant.