Buitenlandse delegatie mag eindelijk Rohingya-gebied in
VN-medewerkers en diplomaten uit twintig landen hebben voor 't eerst na de massale vlucht van de Rohingya kunnen rondkijken in het conflictgebied Rakhine in Myanmar waar de moslimminderheid vandaan komt. De Verenigde Naties kregen tot vandaag geen toestemming om Rakhine te bezoeken, en ook het Rode Kruis kon alleen met grote moeite de achterblijvers hulp bieden.
Eind vorige week werd een gepland bezoek van een internationale delegatie op het laatst afgezegd, zonder opgaaf van redenen.
Ruim 500.000 Rohingya zijn de afgelopen maand naar buurland Bangladesh gevlucht, uit angst voor het gewelddadige optreden van het Myanmarese leger. Dat kwam in actie nadat Rohingya-rebellen op 25 augustus tientallen politieposten aanvielen, waarbij elf agenten om het leven kwamen. De rebellie was een reactie op de discriminatie van Rohingya in het overwegend boeddhistische Myanmar.
Dorpen platgebrand
Om de gedode agenten te wreken, viel het leger talrijke Rohingya-dorpen in Rakhine aan. Burgers werden verjaagd, verkracht of vermoord, hun huizen werden platgebrand. De politiek leider van Myanmar, Aung San Suu Kyi, houdt vol dat er alleen op de rebellen wordt gejaagd, maar de VN-mensenrechtenchef Zeid Ra'ad al Hussein sprak drie weken geleden van etnische zuiveringen.
Volgens ambtenaren in Rakhine hebben de buitenlanders vandaag verschillende plekken bezocht en gesproken met familieleden van gedode Rohingya. Ook brachten ze een bezoek aan een dorp waar de Rohingya niet zijn gevlucht.
Myanmar heeft vandaag in een gesprek met buurland Bangladesh beloofd gevluchte Rohingya terug te laten keren. De landen willen een gezamenlijke werkgroep opzetten om de repatriëring soepel te laten verlopen. Om hoeveel vluchtelingen het gaat en wanneer ze kunnen terugkeren, is niet bekendgemaakt.
In een toespraak in september zei de Myanmarese leider Aung San Suu Kyi dat alle op de vlucht geslagen Rohingya veilig konden terugkeren naar Myanmar, maar dat ze wel door 'verificatieproces' moesten. Dit is voor de meeste vluchtelingen lastig. Ze moeten een identiteitsbewijs laten zien, maar die zijn voor hun vertrek ingenomen.
