Nederlanders weinig enthousiast over nieuwe coalitie
Het kabinet-in-wording van VVD, CDA, D66 en ChristenUnie roept nog weinig warme gevoelens op. Slechts een kwart van de Nederlanders staat positief tegenover deze combinatie, een derde is er bij voorbaat negatief over en meer dan 40 procent heeft nog geen mening, blijkt uit onderzoek dat Ipsos (.pdf) in de week voor Prinsjesdag deed voor de NOS.
Onderzoeker Jeroen Kester vindt de uitkomst niet verrassend. "Veel mensen wachten nog op concrete plannen. Ik verwacht dat de meningen meer loskomen als er eenmaal een regeerakkoord is. Dat zag je ook bij het kabinet-Rutte II. De toon werd gezet toen er discussie ontstond over de inkomensafhankelijke zorgpremie, die veel mensen zou raken."
Uit het onderzoek blijkt ook dat Nederlanders vinden dat het kabinet vooral aan de slag moet met de zorg. Ze vinden dat het tweede kabinet-Rutte het juist op dit terrein niet goed heeft gedaan.
Ook weinig steun voor oppositie
Het geringe enthousiasme over de aanstaande coalitie betekent niet dat veel Nederlanders vinden dat er een ander kabinet zou moeten komen. Op de vraag welke aanstaande oppositiepartij ze liever in het kabinet hadden willen hebben, antwoordt 21 procent GroenLinks en 19 procent PVV. Slechts 11 procent noemt de SP en slechts 9 procent de PvdA.
Ook bestaat er weinig weerstand tegen de partijen die wel in het kabinet komen. De ChristenUnie roept nog de meeste weerstand op: 29 procent had deze partij liever niet in het volgende kabinet gezien.
Zorg
Over het formatieproces zijn veel mensen niet te spreken. Meer dan de helft vindt dat de lange duur van de formatie slecht is voor hun vertrouwen in de politiek en de helft vindt dat de partijen te weinig open zijn over de onderhandelingen.
Als het kabinet er eenmaal is, moet het dus vooral aan de slag met de zorg: 69 procent van de ondervraagden ziet dit als een van de drie onderwerpen die de meeste urgentie hebben. Daarmee is de gezondheidszorg in de ogen van de Nederlanders veruit het belangrijkste thema, ver voor onderwijs (32 procent), veiligheid (29 procent), de koopkracht van ouderen (26 procent) en immigratie en asiel (25 procent).
Onvoldoende
Een grote meerderheid is negatief over het zorgbeleid van het kabinet-Rutte II. Van de ondervraagden geeft 35 procent een negatief en 32 procent zelfs een zeer negatief oordeel over de bijdrage van het kabinet aan de zorg in Nederland. Iets minder dan een kwart is er positief over.
Over de invloed van het kabinet op andere terreinen zijn Nederlanders wat positiever. Het positiefst zijn ze over de bijdrage van het kabinet aan de economie: 32 procent beoordeelt die invloed als positief, 25 procent als negatief.
Het leidt net niet tot een voldoende voor het kabinet. Het rapportcijfer dat Nederlanders geven aan het kabinet, ligt net onder de 5,5. Dat cijfer is bijna de gehele kabinetsperiode een nipte onvoldoende geweest, alleen voor de verkiezingen van vorig jaar kreeg het kabinet een klein zesje.
Rondkomen
Ondanks het relatief gunstige oordeel over de economische prestaties van het kabinet, merken veel Nederlanders nog altijd niet dat het beter gaat met de economie. Ruim de helft zegt er niets van te merken. Vooral lager opgeleiden ervaren het niet, maar ook bij de hoger opgeleiden merkt nog altijd 40 procent niet dat het beter gaat.
Het aantal mensen dat goed zegt te kunnen rondkomen, stijgt ook niet. Net als voorgaande jaren zegt ongeveer de helft goed te kunnen rondkomen en zegt ruim de helft het afgelopen jaar te hebben bezuinigd. Veel optimisme is er ook niet: bijna de helft verwacht de komende twaalf maanden te moeten bezuinigen.