VS maant Myanmar hulpverleners toe te laten

De Amerikaanse regering heeft er bij Myanmar op aangedrongen om buitenlandse hulpverleners toe te laten in de regio Rakhine, waar zich het conflict afspeelt met de moslimminderheid Rohingya.

Onderminister Murphy reist dit weekeinde naar Myanmar, om er bij de regering op aan te dringen de hulpverleners toegang te verlenen.

Myanmar heeft verzekerd dat hulpverleners Rakhine in mogen. Tegelijkertijd zegt de regering dat op grond van veiligheidsoverwegingen de toegang tot bepaalde gebieden niet mogelijk is.

De toestand blijft daardoor onduidelijk, te meer omdat een minister heeft verklaard dat buitenlandse hulpverleners geen toegang krijgen tot de conflictgebieden. Hij wilde niet met zoveel woorden zeggen of hulpverleners aan de grens van Rakhine worden tegengehouden.

Etnische zuivering

Amnesty International zegt dat het nieuw bewijsmateriaal verzameld heeft waaruit blijkt dat het leger van Myanmar met hulp van groepen burgers hele Rohingya-dorpen platbrandt. Amnesty zegt dat aan de hand van video-beelden, satellietfoto's en verklaringen van getuigen.

Tachtig grootschalige branden zijn in kaart gebracht. De mensenrechtenorganisatie ziet er een gepland en systematisch patroon in van aanvallen op de Rohingya-bevolking. Journalisten in Bangladesh zagen vandaag ook weer vanaf de grens grote branden in de regio Rakhine.

Het beleid van Myanmar is er volgens Amnesty overduidelijk op gericht de Rohingya uit het land te verdrijven. "Er is geen twijfel mogelijk, dit is etnische zuivering", zegt een Amnesty-medewerker in het grensgebied tussen Myanmar en Bangladesh.

VN-secretaris-generaal Guterres zei deze week ook al dat het optreden van het leger van Myanmar zich het best laat beschrijven als etnische zuivering.

Vluchtelingen

In de afgelopen weken zijn volgens VN-cijfers tegen de 400.000 Rohingya uit Myanmar naar Bangladesh gevlucht. Het leger treedt hard op nadat het rebellenleger van de Rohingya op 25 augustus politieposten en een legerkamp had aangevallen.

Onder de 400.000 vluchtelingen zijn volgens Unicef 240.000 kinderen, onder wie 36.000 pasgeborenen. Meer dan 50.000 gevluchte vrouwen zijn zwanger of hebben net een kind gebaard.