Hekman ziet skeeleren sterven: dit gaat me aan het hart

Met vijftien man aan de start staan voor een marathon skaten. Het is een beeld dat meervoudig Nederlands kampioen Gary Hekman meer en meer begint tegen te staan en dat de liefde voor de sport die hem in beginsel zo dierbaar is steeds vaker ondermijnt. Hekman maakt zich zorgen over de toekomst van het skeeleren.

"Het is relatief dood. Ik rijd al bijna geen wedstrijden meer. Het prikkelt mij niet echt. Dan doe ik liever mee aan een wielerwedstrijd of ga ik voor mezelf trainen", vertelt Hekman tijdens het NK.

Het zijn harde, maar realistische woorden. De marathonskaters van weleer zijn tegenwoordig op de ijsbaan te vinden. Hekman zelf ook. "Iedereen kiest voor het schaatsen en verdient daar zijn geld mee."

De liefde voor het inlineskaten bracht de Gramsberger zondag aan de start bij het NK, terwijl op hetzelfde moment anderen hun vizier al gericht hebben op het komende schaatsseizoen. "Ik sta ook alweer snel op het ijs. Vroeger ging het beter, toen zat het elkaar niet zo in de weg."

De tijd kun je niet meer terugdraaien en dus denkt de 28-jarige Hekman in oplossingen. "We moeten terug naar een paar wedstrijden per jaar. Iedereen, dus ook de toerrijders, op hetzelfde moment laten starten in een grote ronde van bijvoorbeeld twintig of dertig kilometer."

"Dan is de sport makkelijk in beeld te brengen, makkelijk te volgen. Je hoeft er geen moeilijke formules op los te laten."

Goede doel

Hekman ziet ook nog een andere kans: samenwerken met een goed doel. "Tegenwoordig rijdt iedereen de Alpe d'Huez of de Mont Ventoux op voor het goede doel. Waarom kan zoiets niet met inlineskaten?", vraagt hij zich hardop af.

Er moet in ieder geval iets veranderen wil de sport aantrekkelijk blijven voor de beoefenaar en het publiek. En snel ook, aldus Hekman. "Het gaat me aan het hart."