Talent van leerlingen niet benut door grote verschillen scholen
Hoe goed een leerling het doet in de klas, hangt sterk af van het soort school waar het kind zit. De Inspectie van het Onderwijs heeft voor het eerst scholen en de resultaten van hun leerlingen met elkaar vergeleken.
Volgens de inspectie worden door het verschil in scholen de talenten van leerlingen niet benut. Dat leidt tot te grote verschillen in resultaten, ook als rekening wordt gehouden met verschillen tussen de leerlingen zelf.
Minder kans
Zo kunnen leerlingen van sommige scholen in het basisonderwijs gemiddeld tien tot twintig punten minder halen op de eindtoets dan op andere scholen met dezelfde samenstelling leerlingen. En op scholen in het voortgezet onderwijs hebben leerlingen op de ene school 20 procent minder kans op een diploma dan op een andere middelbare school, zo valt te lezen in het rapport De staat van het onderwijs.
De inspectie denkt dat de verschillen samenhangen met hoe goed de scholen talenten van leerlingen benutten. Dat kan sterk variëren per school, zeker omdat scholen in Nederland veel vrijheid hebben om hun eigen onderwijs in te richten. Goede leraren, hechte teams en goede bestuurders beïnvloeden de resultaten van leerlingen.
Op scholen waar betere resultaten worden behaald, zijn er sterke docententeams en betrokken schoolleiders. Op minder goede scholen is het ziekteverzuim hoog, het verloop onder leraren groter en staan er meer onbevoegde docenten voor de klas. De inspectie wil in gesprek gaan met besturen van slecht presterende scholen.
Nederland blijkt zelfs koploper als het gaat om de verschillen in schoolresultaten. Dat heeft de inspectie berekend met behulp van een internationale ranglijst van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO).
Ouders
Vorig jaar sprak de inspectie over een 'zeer zorgelijke trend': kinderen van laagopgeleide ouders krijgen niet dezelfde kansen als kinderen met hoogopgeleide ouders. Zij krijgen bijvoorbeeld een lager advies na de eindtoets.
Ook dit jaar zijn deze verschillen nog zichtbaar. Wel zijn er meer basisschooladviezen na de eindtoets naar boven bijgesteld. Maar met name de adviezen van kinderen met hoogopgeleide ouders werden bijgesteld, en zo blijft volgens de inspectie nog veel talent onbenut.
Minister Bussemaker en staatssecretaris Dekker noemen de situatie zorgelijk. Ze vinden het verschil in kansen tussen leerlingen op verschillende scholen "uiterst ongewenst". Daarom willen ze dat schoolbesturen die grote verschillen constateren maatregelen nemen. "Het kan daarbij gaan om lastige keuzes over personeel of financiën", aldus de bewindslieden.