Veertig Congolese politiemensen onthoofd
Een Congolese militie heeft veertig agenten onthoofd die in een hinderlaag waren gelopen. Het bloedbad is de zwaarste aanval op veiligheidstroepen sinds er vorig jaar onrust uitbrak in het land.
De politiemensen werden op de weg van de zuidelijke stad Tshikapa naar Kananga tegengehouden door de militieleden. Zes agenten die de plaatselijke Tshiluba-taal spraken werden vrijgelaten, de rest werd vermoord.
Na de onthoofdingen namen de daders de wapens en auto's van de slachtoffers mee.
Massagraven
Sinds president Kabila in december aankondigde dat hij niet wil vertrekken als president, is het onrustig in Congo. De afgelopen maanden kwamen zeker 400 mensen om het leven.
De Kamwina Nsapu-militie is de grootste bedreiging voor de vrede. Het geweld van de groep, die ooit begon als een lokale onafhankelijkheidsbeweging, is inmiddels over vijf provincies verspreid.
Sinds de dood van zijn leider is onduidelijk wie de macht heeft binnen de militie en welk doel wordt nagestreefd. Met machetes, stokken en eenvoudige geweren worden niet alleen veiligheidstroepen, maar ook scholen en kerken aangevallen.
Het Congolese leger heeft de afgelopen maanden hard teruggeslagen tegen Kamwina Nsapu. Op verschillende plaatsen in het land zijn massagraven ontdekt. Zeven militairen worden vervolgd voor hun rol in een slachtpartij die op video werd vastgelegd.