F-16-piloten kunnen niet alles meer, dus moeten ze trainen
Door de missies van Nederlandse F-16's in Afghanistan en het Midden-Oosten en de jarenlange bezuinigingen, hebben de luchtmachtpiloten te weinig kunnen trainen op vaardigheden zoals een-tegen-een-gevechten of het onderscheppen van vijandelijke vliegtuigen. Daardoor is de Nederlandse Luchtmacht niet meer in staat om belangrijke kerntaken goed uit te voeren, zegt commandant der strijdkrachten Tom Middendorp.
De F-16's voerden in Afghanistan en Irak en Syrië alleen grondaanvallen uit op de Taliban en Islamitische Staat. Omdat de missies de volle inzet vergden van de gevechtsvliegtuigen en de piloten, kon de afgelopen jaren niet worden getraind op andere vaardigheden. Terwijl die door de agressievere houding van Rusland juist moeten worden aangescherpt.
Om extra te trainen op bijvoorbeeld een-tegen-een-gevechten en de piloten goed voor te bereiden op toekomstige missies, zijn alle F-16-piloten vorig jaar zomer al uit het Midden-Oosten teruggehaald.
F-16-piloten moeten ook luchtgevechten kunnen uitvoeren. Bijvoorbeeld als we Europa moeten verdedigen tegen een inval.
"We voelen de effecten van 25 jaar bezuinigingen", zegt commandant der strijdkrachten Tom Middendorp. "Alleen al in mijn periode als commandant heb ik 1 op de 5 functies moeten schrappen. Ondertussen gaan alle missies in volle omvang door."
De generaal benadrukt dat er veel op ons af komt. "We hebben de veranderende houding van Poetin in het oosten en terrorisme in het Midden-Oosten. Daarnaast hebben we falende staten in het zuiden en migratieproblemen die daar het gevolg van zijn. En er zijn allerlei vormen van cyberdreiging. Het is een divers palet, waarbij je niet om Defensie heen kan."
Middendorp benadrukt de eenzijdige taken die de F-16-piloten de afgelopen jaren op die missies hebben uitgevoerd. "Ze hebben alleen maar luchtsteun gegeven aan grondtroepen. Maar ze moeten ook luchtgevechten en andere taken kunnen uitvoeren. Bijvoorbeeld als we Europa moeten verdedigen tegen een inval."
Dat is ook de reden dat de piloten vorig jaar zomer uit Irak zijn teruggehaald, zegt Middendorp. "Ze hadden een pauze nodig om weer op peil te komen en alle vaardigheden aan te leren zodat ze weer overal inzetbaar voor zijn."
Op dit moment zijn er tot eind april vier F-16's gestationeerd in de Baltische staten, waar ze het luchtruim bewaken. Nederland doet dat afwisselend met 16 andere NAVO-bondgenoten.