Badr Hari verliest bij Hoge Raad en wil straf nu snel uitzitten

Kickbokser Badr Hari heeft zijn zaak bij de Hoge Raad verloren. Hij was in cassatie gegaan tegen zijn veroordeling voor een aantal mishandelingen in het Amsterdamse uitgaansleven, maar de Hoge Raad heeft geoordeeld dat hij het restant van zijn straf moet uitzitten.

Met aftrek van voorarrest is dat nog zo'n half jaar. Volgens zijn advocaat zit Badr Hari in Marokko en wil hij de rest van zijn straf zo snel mogelijk uitzitten. Hij zal zich melden zodra het OM daar om vraagt, zegt advocaat Ficq.

Waarschijnlijk is dat al volgende week, want het OM laat weten dat de advocaat-generaal volgende week naar de zaak kan kijken en dan zo snel mogelijk een brief naar het thuisadres van Hari stuurt met daarin het verzoek om zich te melden.

Onvoldoende onderbouwd

Hari werd in 2014 door de rechtbank veroordeeld tot anderhalf jaar gevangenisstraf. Hij ging tegen die uitspraak in beroep, maar het gerechtshof gaf hem een hogere straf. Hij werd veroordeeld tot twee jaar, waarvan tien maanden voorwaardelijk. Ook moest hij een schadevergoeding van 45.000 euro betalen.

Badr Hari ging in cassatie omdat hij vond dat het OM het bewijs bij twee zaken onvoldoende had onderbouwd en hij op basis daarvan niet veroordeeld had mogen worden. Het gaat dan om de mishandeling van zakenman Koen Everink tijdens het feest Sensation White in de Amsterdam Arena en een poging tot zware mishandeling van een bezoeker van de club Jimmy Woo.

Maar de Hoge Raad is van mening dat het gerechtshof juist heeft geoordeeld en daarmee is de veroordeling van Badr Hari definitief.