'Bij de tuinvogeltelling zien we zelfs roofvogels en ijsvogels'

Dit weekend zitten weer duizenden mensen voor het raam voor de jaarlijkse vogeltelling. Een half uur lang tellen zij elke vogel die zij in de tuin zien. De huismus staat al jaren op de eerste plaats. Het beestje werd vorig jaar 164.918 keer geteld.

Door telling ontdekken mensen niet alleen welke vogels er in hun tuin voorkomen, het maakt ook trends zichtbaar. In totaal werden vorig jaar 945.862 vogels geteld.

De kou kan dit jaar tot betere resultaten leiden: de vogels trekken naar de tuinen. "Ze vinden daar beschutting en voedsel. Het weer dit jaar lijkt dus erg gunstig voor de telling," zegt Marieke Dijksman van Vogelbescherming Nederland.

Ondanks de stabiele eerste plaats van de huismus, wisselt de top-10 elk jaar. Zo ging de spreeuw vorig jaar uit de top-10. "Te weinig voedsel zorgt ervoor dat er minder jongen opgroeien, er zijn dus gewoon minder spreeuwen," zegt Dijksman.

Vogelliefhebbers hopen vooral dat kool- en pimpelmezen gezien worden. Ze zijn erg benieuwd waar deze vogels gaan eindigen tijdens de telling.

In de tuinen zijn de mezen dit jaar weinig te zien omdat in de bossen veel beukennootjes zijn, een belangrijk deel van hun voeding. Daarnaast hebben ze door het koude voorjaar een slecht broedseizoen gehad, blijkt uit gegevens van Sovon Vogelonderzoek Nederland.

Elk jaar worden er toch ook weer vogels gezien die Dijksman niet verwacht. "Een roofvogel of ijsvogel komt normaal niet vaak in de tuin voor, toch zien we dat mensen deze vogels soms ook zien."

Waarnemingen kunnen worden bijgehouden in de app of op een tellijst die men op de website van de Nationale Vogeltelling kan downloaden. Alle gegevens worden uiteindelijk opgeteld. Op de site komt dan de nieuwe top-10.

De vogeltellers krijgen een link waarmee zij kunnen zien hoeveel en welke vogels er in hun buurt gezien zijn.