Kamer praat over verbod gezichtsbedekkende kleding

De Tweede Kamer praat vanmiddag over het wetsvoorstel om een beperkt 'boerkaverbod' in te stellen. Dat houdt in dat mensen geen gezichtsbedekkende kleding meer mogen dragen in het openbaar vervoer, het onderwijs, de zorg en overheidsgebouwen.

Het lijkt erop dat een meerderheid in de Tweede Kamer instemt met het plan van minister Plasterk. Daarna moet de Eerste Kamer zich er nog over buigen.

Het boerkaverbod houdt politiek Den Haag al lange tijd bezig. Het kabinet-Rutte I, met gedoogsteun van de PVV, wilde een compleet verbod op gezichtsbedekkende kleding. Dat plan verdween na de val van dat kabinet.

Het nieuwe voorstel betekent dat er, met het oog op de veiligheid, op bepaalde plekken geen kleding meer mag worden gedragen die de communicatie belemmert. Het gaat dan bijvoorbeeld ook om bivakmutsen en integraalhelmen. Wie dat toch doet, riskeert een boete van ruim 400 euro.

Als het wetsvoorstel door de Tweede Kamer is, moet ook de Eerste Kamer nog akkoord gaan.

'Overbodig'

De Raad van State vindt het boerkaverbod overbodig. Het adviesorgaan van de regering zegt dat er al allerlei mogelijkheden zijn om mensen in het kader van de veiligheid op te dragen hun gezicht te laten zien.

Ook Annelies Moors, hoogleraar Antropologie aan de Universtiteit van Amsterdam, is tegen. Zij zei vanmorgen in het Radio 1 Journaal dat er in Nederland helemaal geen boerka's worden gedragen.

Er zijn volgens haar wel vrouwen die een gezichtsbedekkende sluier dragen, maar die groep is heel klein. "Zo'n honderdvijftig dagelijks, en tussen de vier- en vijfhonderd onregelmatiger."

Het is volgens haar verspilling van tijd en geld om hiertegen op te treden, want deze vrouwen veroorzaken over het algemeen geen overlast. Het effect kan ook nog eens zijn dat ze in het dagelijks leven worden belemmerd, omdat ze niet meer met de tram mogen.