'Nep-nieuws op internet ook in Nederland potentieel gevaarlijk'
"De Republikeinen zijn de domste kiezers van Amerika." Was getekend, Donald Trump in 1998. De uitspraak werd massaal gedeeld op internet in aanloop naar de presidentsverkiezingen, en veel mensen geloofden erin.
Tot het tegendeel bleek: het was nep-nieuws. Een hoax.
Tijdens de Amerikaanse presidentsverkiezingen was er veelvuldig sprake van, en er gaan zelfs stemmen op die beweren dat valse nieuwsberichten invloed hebben gehad op de uitslag.
Zestig Nederlandse sites
Maar nep-nieuws komt ook in Nederland voor. En daar zit een potentieel gevaar in, zegt universitair docent politieke communicatie Sanne Kruikemeier, die onderzoek deed naar online activiteiten van kiezers. Facebook kwam vandaag met een plan: het platform overweegt gebruikers te waarschuwen voor nep-nieuws.
In Nederland en België zijn zo'n vijftig websites actief die verzonnen of dubieus nieuws verspreiden, onderzocht NRC in maart. Trouw spreekt in een recent artikel van ruim zestig. Beide kranten baseren zich op een inventarisatie van Hoax-Wijzer, dat onjuiste berichtgeving in kaart brengt en internetters wil behoeden voor nep-nieuws.
Het doel van veel dubieuze nieuwsaanbieders: geld verdienen. Een pakkende, sensationele kop levert een hoop 'clicks' op, waardoor verkeer naar websites wordt geleid waar bijvoorbeeld advertenties van Google op staan. En dat genereert weer inkomsten.
Hoax-Wijzer noemt nog drie andere typen nep-nieuws, die niet zozeer als doel hebben geld te verdienen. Dat zijn radicale websites die propaganda verspreiden, pseudowetenschappelijke websites met onjuiste medische informatie en websites waar mensen complottheorieën uiteenzetten.
Steeds meer mensen lijken online en sociale media te vertrouwen als belangrijkste bron voor nieuws.
In de Verenigde Staten wordt veel nep-nieuws verspreid via Facebook en Google. De invloed daarvan is groot want steeds meer mensen, ook in Nederland, halen hun nieuws alleen van het internet en daar schuilt een potentieel gevaar in, zegt Kruikemeier. Toch is de invloed van nep-nieuws op internet niet makkelijk in te schatten, omdat onduidelijk is hoeveel nep-nieuws er precies is.
Ondanks die onduidelijkheid is er wel veel discussie over de rol bij die verspreiding door bijvoorbeeld Google en Facebook. Zo zijn er zorgen dat mensen te eenzijdig informatie krijgen, omdat het steeds makkelijker wordt om alleen berichten te zien die door vrienden worden gedeeld, of die voor gebruikers gepersonaliseerd worden.
Kruikemeier deelt die zorg. "Het lijkt erop dat een grote groep mensen steeds meer op online en sociale media gaat vertrouwen als hun belangrijkste bron van nieuws. Als blijkt dat er vaker nep-nieuws wordt gedeeld, kan dit schadelijk zijn voor de democratie. Mensen zijn dan immers niet goed geïnformeerd of zelf ongeïnformeerd. Je kunt tenslotte politiek nieuws omzeilen."
Op dit moment is dat nog niet aan de orde, benadrukt ze. "Er is geen overtuigend wetenschappelijk bewijs dat mensen enkel worden blootgesteld aan nep-nieuws. Nederlanders krijgen informatie nog steeds via andere media, zoals het NOS 20 uur Journaal, de krant en via sociale contacten. De kans dat mensen zich nu dus alleen op valse informatie baseren, lijkt mij klein."