Het Kasteel, al 100 jaar onlosmakelijk met Sparta verbonden
Wie Sparta zegt, zegt Het Kasteel. En dat al honderd jaar, want op 15 oktober 1916 speelde de Rotterdamse club voor het eerst in het roemruchtige stadion met karakteristieke aanblik.
Willem II was die dag de tegenstander en ook vanavond hebben de Tilburgers die bijrol. Maar de hoofdrollen zijn tijdens het eeuwfeest uiteraard weggelegd voor Sparta, Het Kasteel en de vele mooie verhalen die de voorbije honderd jaar in het stadion geschreven zijn.
De kus en de meeuw
Die verhalen kunnen gaan over historische zeges zoals die op Feyenoord, Ajax, HSV en IFK Göteborg. Of over legendarische optredens van clubiconen als Bok de Korver, Pim Doesburg en Kevin Strootman.
Of misschien wel over Feyenoord-keeper Eddy Treijtel, die met een uittrap een meeuw uit de lucht schoot. Of over die andere keeper Frans de Munck, die zijn kans schoon zag toen Jayne Mansfield langskwam op Het Kasteel en hij de Amerikaanse actrice een kus gaf.
Zo zal iedere Kasteelheer zijn eigen favoriete moment hebben. Het absolute sportieve hoogtepunt vond echter ontegenzeggelijk plaats in 1959, toen Sparta met spelers als Tinus Bosselaar en Tonny van Ede landskampioen werd.
Ook het kampioenschap in de eerste divisie nog maar een paar maanden geleden zorgde voor een gigantisch feest op Het Kasteel. Onbetwiste dieptepunten zijn de twee degradaties van de club die decennialang niet was weg te denken uit de eredivisie.
Dat gebeurde kort nadat het stadion eind vorige eeuw werd onderworpen aan een ingrijpende verbouwing, waarbij zelfs het veld een kwartslag werd gedraaid. Van het oorspronkelijke Kasteel bleven alleen de twee in het oog springende torentjes bij de hoofdingang over.
Volksopstand
Maar voordat het zover was, werd er jarenlang gesteggeld over de verbouwing of eventueel zelfs verhuizing van het Sparta-stadion. "Als dat laatste was doorgegaan, dan was er een volksopstand uitgebroken", meent Leo Verheul. De journalist is Spartaan en achterkleinzoon van een van de financiers van Het Kasteel.
Hij is zelfs zo begaan met het stadion dat Verheul er eigenhandig voor heeft gezorgd dat hij zijn eigen plekje mee naar huis kon nemen voordat het gesloopt zou worden toen grote delen van het oude stadion vanwege de nieuwbouw in 1999 tegen de vlakte moesten.
Een bekendere Rotterdammer die eens in de twee weken de Sparta Marsch uit volle borst meezingt, is dichter Jules Deelder. En zijn in 1991 opgestelde ode aan Het Kasteel maakt toch het beste duidelijk waarom dat stadion nog jarenlang tot de verbeelding zal spreken.