Nederland en China samen tegen antibioticaresistentie
Nederland deelt zijn kennis op het gebied van antibioticaresistentie met China. Onderzoekers gaan samenwerken in de strijd tegen de oprukkende antibioticaresistentie. Dat is belangrijk omdat bacteriën die ongevoelig zijn voor de werking van veel of alle antibiotica zich met reizigers of voedingsmiddelen over de hele wereld verspreiden.
Chinese onderzoekers vonden onlangs een bacterie die van varkens op mensen kan overgaan. Die bleek ongevoelig voor de werking van de nieuwste groep antibiotica, maar ook voor het oude middel colistine. Dat was vanwege ernstige bijwerkingen in onbruik geraakt. Tegenwoordig is het vaak het laatste redmiddel bij patiënten met infecties die worden veroorzaakt door bacteriën die resistent zijn voor alle andere antibiotica. Diezelfde bacterie is intussen in diverse landen gevonden, waaronder Nederland.
Congres
De Chinese en Nederlandse wetenschappers houden vandaag en morgen een tweedaags congres in Peking. Vrijdag is in Shanghai een tweede bijeenkomst. Bij beide gelegenheden staan antibioticaresistentie en manieren om die het hoofd te bieden centraal.
China liep geruime tijd flink achter op dit gebied. Gebruik van antibiotica en het ontstaan en voorkomen van resistentie tegen antibiotica werden niet gemonitord, zoals dat in Europa intussen al meer dan tien jaar gebeurt.
Tegelijk is het gebruik van antibiotica door mensen en in de veeteelt hoog en lozen grote farmaceutische bedrijven enorme hoeveelheden afval met antibiotica erin.
"China is een plek waar nieuwe resistenties en virussen ontstaan”, zegt Tjalling Leenstra. Hij is arts-epidemioloog bij het Centrum voor Infectieziektenbestrijding van het RIVM en leidt de RIVM-delegatie die deelneemt aan de conferenties in Peking en Shanghai. Hij is al jaren nauw betrokken bij de samenwerking met het Chinese CDC.
Die samenwerking begon in 2007 en wordt steeds intensiever. In 1998 werd een Europees netwerk opgericht om antibioticaresistentie te monitoren. Het RIVM heeft dat netwerk tot 2010 gecoördineerd. Daarna is het European Center for Disease Prevention and Control (ECDC) dat gaan doen. Het ECDC publiceert nu elk jaar in november de nieuwe gegevens over het gebruik van antibiotica en het voorkomen van antibioticaresistentie.
“De Chinezen zijn zeer geïnteresseerd in hoe je zo’n netwerk van al die verschillende landen opzet en runt”, zegt Mariken van der Lubben. Zij is coördinator antibioticaresistentie bij het RIVM en ook betrokken bij de samenwerking met de Chinezen. “Hoe organiseer je bijvoorbeeld technisch de uitwisseling van gegevens uit zo veel landen?”
Open
Intussen is ook in China het kwartje dus gevallen; de aandacht voor antibioticaresistentie neemt er snel toe. De Chinezen zijn recent ook gekomen met een nationaal plan van aanpak. "Er gebeurt heel veel in China”, zegt Leenstra. "De laboratoria zijn hoog ontwikkeld, het kennisniveau is groot. Je kunt op gelijke hoogte met elkaar samenwerken. En ze staan heel erg open voor ideeën van buiten. De meeste mensen met wie we samenwerken zijn opgeleid in de Verenigde Staten." Van der Lubben: "Het is bijzonder om te zien hoeveel de Chinezen al weten, ze hebben heel veel data."
Het RIVM heeft de Chinezen geholpen met het opzetten van een monitoringssysteem voor antibioticaresistentie. Van der Lubben: "Dat hebben ze meteen grondig aangepakt. In een mum van tijd is het aantal deelnemende ziekenhuizen gestegen van een paar honderd naar 1400."
Praktijk
De stap om die wetenschappelijke gegevens om te zetten in een voor de praktijk bruikbaar beleid moet voor het grootste deel nog wel gezet worden. “Dat is ook niet zo gek”, zegt Leenstra. "Dat loopt ook hier in Europa pas goed sinds 2005. In dat gigantische land met al zijn bestuurslagen is het niet eenvoudig om beleid te veranderen. Ons systeem om antibioticaresistentie te monitoren is er juist op gericht om de data meteen te gebruiken in de ziekenhuispraktijk, dat is daar nog minder het geval.”
Het tweedaagse congres in Peking wordt georganiseerd door het Chinese CDC en het RIVM. “We gaan op een intensieve manier kennis uitwisselen om tot een aanpak van antibioticaresistentie te komen", zegt Van der Lubben. “De kwaliteit van je informatie moet goed zijn, maar je moet die ook delen met alle betrokkenen en gebruiken om beleid te ontwikkelen."
One Health
Op dit moment zijn de Chinezen volop bezig met antibiotic stewardship, een systeem om het juiste gebruik van antibiotica te bevorderen. “Ze waren dit jaar met heel veel mensen naar het congres van de Europese vereniging voor microbiologie gekomen om zich te informeren over antibiotic stewardship. Dat heeft meteen geleid tot een concrete aanpak om dat systeem in te voeren”, zegt Leenstra.
Op het congres in Peking staat ook de Nederlandse One Health-aanpak op de agenda. One Health combineert kennis uit de gezondheidszorg voor mens en dier en uit de milieuwetenschappen met elkaar. De verbinding tussen die drie terreinen moet in China nog gelegd worden.
“Ze vinden die benadering heel interessant. Wij gaan vertellen hoe we dat doen. Zij hoe zij het doen. Hopelijk biedt dat aanknopingspunten", zegt Leenstra. “Door het programma van het congres zo breed in te vullen met aandacht voor antibiotica en antibioticaresistentie bij mensen, bij dieren en in het milieu, proberen we te laten zien dat het een ondeelbaar probleem is.”
Grootverbruiker
In China werd in 2013 volgens de officiële cijfers 162.000 ton antibiotica gebruikt, waarvan 78.000 ton door mensen en 84.000 ton door dieren. Daarnaast loost de Chinese farmaceutische industrie grote hoeveelheden antibiotica op het oppervlaktewater.
De bijeenkomst in Shanghai wordt georganiseerd door de Nederlandse ambassade en het Health Development Research Centre in Shanghai.