Het indianengevecht tegen de 'zwarte slang' in North Dakota
Het conflict is zo oud als de Verenigde Staten zelf: de strijd tussen Amerika’s oorspronkelijke bewoners en de kolonisten en hun afstammelingen. De laatste veldslag in dit eeuwenoude gevecht vindt nu plaats in de staat North Dakota, waar oliebedrijven werken aan de aanleg van een 2000 kilometer lange pijplijn. Morgen beslist een federale rechter of de bouw mag doorgaan.
De Dakota Acces Pipeline moet een half miljoen vaten per dagen vervoeren van de olievelden van North Dakota naar Pakota in Illinois, waar de pijplijn aansluiting vindt bij het bestaande oliepijpnetwerk. Vanaf daar wordt de olie verder vervoerd naar de raffinaderijen aan de Golfkust.
Giftig dier
Protest van Sioux-indianen van de Standing Rock Indian Reservation in North Dakota heeft de aanleg tijdelijk stilgelegd. Ze noemen de pijplijn de "zwarte slang", een giftig dier dat hun gronden en water dreigt te vervuilen.
"Dit is ons bestaan", zegt Wonase, die boerengrond beheert in het reservaat van de Standing Rock Sioux. "Wij verbouwen hier gewassen, wij jagen hier en we vissen in de wateren. Niemand kan ons garanderen dat er nooit een olielek komt."
De pijplijn komt onder meer te liggen onder het kruispunt van de Cannonball Rivier en de Missouri Rivier. "Voor drinkwater zijn miljoenen mensen afhankelijk van deze rivieren. We maken ons niet alleen zorgen over het water, maar ook over de grond. Als hier olie lekt, is het verbouwen van gewassen onmogelijk."
Die angst is niet ongegrond. Amerika heeft ruim 4 miljoen kilometer aan gas- en oliepijpleidingen. De inspectiedienst die de veiligheid van dit netwerk moet controleren, heeft niet de middelen om zijn taak goed uit voeren. Een onderzoek van het politieke magazine Politico toonde aan dat er tussen 2010 en 2015 meer dan 3000 incidenten waren met olie- en gasleidingen.
Dat betekent dat er gemiddeld één keer per dag een olie- of gaslek in Amerika is. De afgelopen jaren vloeiden zo miljoenen liters olie en gas in de bodem en het water. Bij die incidenten vielen in vijf jaar tijd 78 doden en 369 gewonden, zo ontdekte Politico.
Maar voor de Standing Rock Sioux gaat het om meer dan alleen vervuiling van water en grond. De pijplijn doorkruist ook heilige gronden. Wonase: "Wij wonen hier al eeuwen. Langs de rivieren in North Dakota zijn tal van plaatsen waar onze voorvaderen begraven liggen."
Duizenden kilometers
Wat begon als een klein protest van een plaatselijke stam is de afgelopen maanden uitgegroeid tot een landelijke protestbeweging waarbij indianen uit heel Amerika zich hebben aangesloten. Een van hen is Charles Knapp van de Haida-stam uit het zuidoosten van Alaska. Samen met drie andere Haida-indianen heeft hij per auto duizenden kilometers afgelegd om hun steun te betuigen aan de Standing Rock Sioux. "Toen ik van dit protest hoorde, was er geen twijfel over mogelijk. Wij moesten een afvaardiging sturen."
De Haida weten als geen ander wat de gevolgen zijn van olievervuiling. In 1989 sloeg de olietanker Exxon Valdez stuk op de kust van Alaska. "Het verwoestte onze gemeenschap. Wij leefden van wat het land en de zee ons geeft, maar dat was niet langer mogelijk. Nog steeds merken we gevolgen van de ramp. Loop over het strand, pak een steen op en je ziet nog steeds de olie liggen".
Toch twijfelt Charles Nap of het protest in North Dakota wel zin heeft. Indianen voeren al eeuwenlang strijd over het behoud van hun gronden en hij weet dat ze dit gevecht bijna altijd verliezen. "De afgelopen 500 jaar hebben ze voortdurend geprobeerd ons uit te roeien. Ze zijn daar vrij succesvol in geweest. Dat proces gaat gewoon door en de aanleg van de pijplijn is daar het zoveelste voorbeeld van."