Onderzoek mogelijke executies door Nederlandse militairen in Indonesië
Op het Indonesische Zuid-Sulawesi is een onderzoek begonnen naar claims van nabestaanden van mannen die in de jaren veertig door Nederlandse militairen zouden zijn geëxecuteerd. De Australische historicus Robert Cribb is door de rechtbank van Den Haag aangesteld om de claims te onderzoeken.
Cribb bezoekt voor zijn onderzoek verschillende erebegraafplaatsen. Daarnaast doet hij archiefonderzoek en bezoekt hij veteranenorganisaties.
Een Nederlandse rechter bepaalde vorig jaar dat Nederland aansprakelijk is voor de schade van kinderen en weduwen van de geëxecuteerde mannen op Zuid-Sulawesi.
Ragawede
Zo'n veertig claims zijn al afgehandeld. Bij een aantal van de te onderzoeken zaken staat volgens Nederland niet vast dat de mannen inderdaad standrechtelijk zijn geëxecuteerd door Nederlandse militairen.
Stichting Comité Nederlandse Ereschulden, de aanjager van de rechtszaken, meldt dat er ook claims van kinderen van geëxecuteerde mannen in het Oost-Javaanse dorp Ragawede worden voorbereid. Voorzitter Jeffry Pondaag zegt dat er in totaal nog ongeveer driehonderd claims in de maak zijn.
Westerling
Tussen 1946 en begin 1947 werden er op Zuid-Sulawesi zeker 3100 mannen doodgeschoten. Een deel van de mannen werd gedood onder het gezag van Kapitein Raymond Westerling, die een opstand tegen het Nederlandse gezag de kop in moest drukken.
Westerling had een carte blanche gekregen van de Nederlandse overheid om het verzet neer te slaan. Dit deden hij en zijn ondergeschikten met veel geweld om een voorbeeld te stellen voor andere opstandelingen.
In 2012 doken er beelden op waarop Westerling toegaf dat hij verantwoordelijk was voor het excessieve geweld. De beelden waren in 1969 opgenomen, maar nooit uitgezonden.