Bemande missie naar Mars weer een stap dichterbij
De mensheid droomt er al heel lang van: een bemande missie naar de planeet Mars. Maar na de laatste maanlanding in 1972 stierven de ambities voor bemande missies naar andere hemellichamen een stille dood. Torenhoge kosten, politieke onwil, het einde van de Koude Oorlog en daarmee het einde van de 'space race' wierpen onneembare hindernissen op.
Bemande ruimtemissies gaan tegenwoordig niet verder dan het internationale ruimtestation ISS, dat 400 kilometer boven het aardoppervlak zweeft. De Amerikanen, jarenlang de grote pionier in de ruimtevaart, leken zich verder terug te trekken met het opdoeken van de spaceshuttles.
Nieuw ruimtevaarttijdperk?
Maar de Amerikaanse ruimtevaartorganisatie NASA heeft niet stilgezeten. Gestaag werkt het aan de bouw van de Orion, een nieuw ruimtevaartuig dat astronauten naar de maan en Mars moet brengen. Vorig jaar voerde NASA een succesvolle testvlucht uit met de Delta IV Heavy Rocket.
In de Glenn Research-testfaciliteit van NASA in Ohio is het project nu in een nieuwe fase beland. Het Europese ruimtevaartagentschap ESA heeft een paar weken geleden de Europese Service Module afgeleverd, een cruciaal onderdeel van het Orion-programma.
Voor Nico Dettmann, hoofd Ontwikkeling van ESA, is dit onontgonnen terrein voor de Europese ruimtevaartorganisatie. "Dit is voor het eerst dat we meewerken aan een bemande missie die verdergaat dan een lage baan rond de aarde. Dit past in onze strategie. Wij willen ook verder de ruimte in."
Voor ESA is dit de eerste belangrijke test waarmee de organisatie kan bewijzen dat ze de juiste techniek in huis heeft. "Alle ogen zijn nu op ons gericht. We zijn maar een klein onderdeel van het veel grotere Amerikaanse ruimtevaartprogramma, maar het is voor ons een grote eer om hieraan mee te werken."
Dettmann kijkt ook al verder dan de bouw van de Europese Service Module. "Op de lange termijn willen we natuurlijk dat een Europese astronaut meegaat op een van deze missies. We hopen dan ook dat we onze samenwerking met NASA kunnen voortzetten."
In 2018 wordt de ESM voor het eerst aan de bemanningscapsule gekoppeld en met een SLS-raket naar de maan gestuurd. Maar zover is het nog niet. Eerst zal NASA de ESM rigoureus op de proef stellen.
Het NASA-laboratorium in Ohio staat vol met exotische apparatuur die de Europese Service Module tot het uiterste zal testen. In het midden van een enorme hal is een betonnen sarcofaag gebouwd met kolossale deuren. Eenmaal afgesloten wordt de ruimte vacuüm gezogen om de ruimte na te bootsen.
Trilmachine
Pal naast de sarcofaag staat de grootste trilmachine ter wereld. "De ESM zal gelanceerd worden op de grootste raket die we ooit gebouwd hebben. De trilmachine schudt het hele vaartuig op en neer om dezelfde omstandigheden bij een lancering na te bootsen", legt Mark Kirasich uit, die het Orion-programma leidt.
De laatste test vindt plaats in een spierwitte hal waar een wand is volgebouwd met grote luidsprekers. De ESM krijgt geluidsgolven van 170 decibel op zich afgevuurd. "Dat is ongeveer het geluid van twintig straalmotoren tegelijkertijd. Een lancering produceert een grote bak herrie die tot sterke vibraties leidt. Daar moet het ruimtetoestel tegen bestand zijn natuurlijk."
Na een onbemande testvlucht in 2018 moet de eerste bemande missie naar de maan in 2021 plaatsvinden. Het staat nu al vast dat die plaatsvindt, omdat de financiering voor een maanmissie is veiliggesteld. Voor NASA is de bemande maanmissie een noodzakelijke tussenstap in de reis naar Mars.
"Een reis naar Mars gaat maanden duren. Als je eenmaal bent aangekomen bij de planeet, dan kun je niet snel terugkeren als er iets misgaat. We moeten dan ook alles uitgebreid testen voordat we die sprong wagen. De maan is onze testzone. Eerste zullen we daar verschillende malen landen, voordat we naar Mars gaan."
Momentum
Bemande ruimtevaartprogramma's vergen jaren, soms decennia aan voorbereiding. De eerste bemande Mars-missie zal pas in de jaren 30 plaatsvinden. Het probleem voor NASA is dat de Amerikaanse politiek zich niet zo lang van tevoren wil verplichten tot de financiering van zulke ambitieuze projecten.
Toch is de timing gunstig voor de Amerikaanse ruimtevaartorganisatie. Verschillende ruimtevaartmissies hebben de afgelopen jaren spectaculaire resultaten opgeleverd die de aandacht van het publiek hebben getrokken. Eerder dit jaar vloog een Amerikaans ruimtevaartuig voor het eerst langs Pluto. De hoge-resolutiebeelden leverden een paar grote verrassingen op.
De Cassini-missie heeft waardevolle beelden en data opgeleverd over Saturnus en zijn manen. Een ruimtevaartuig van ESA landde zelfs op Titan, de grootste maan van Saturnus, die een dichte atmosfeer van stikstof, ethaan en methaan heeft.
Verschillende Mars-missies met robotwagens hebben ons steeds meer geleerd over de Rode Planeet. In september maakte NASA bekend dat het vloeibaar water op Mars heeft ontdekt. Films en boeken zoals The Martian werden kaskrakers en fungeerden als waardevolle pr voor NASA.
Voor Greg Williams, vice-chef van NASA voor Human Exploration and Operations, is dit het bewijs dat er een momentum is voor een bemande missie naar Mars. "Als je alleen al kijkt hoeveel mensen elke dag onze websites bezoeken om foto's van Mars of Pluto te bekijken. Er is een groeiend enthousiasme en een groeiend besef dat het zonnestelsel binnen handbereik ligt."
Gigantische impact
Voor Mark Kirasich, hoofd van het Orion-programma is het ook hoog tijd. Als Orion in 2021 de maan weer bezoekt is het bijna vijftig jaar sinds de laatste maanlanding. "Ik kan me de eerste maanlanding als kind nog goed herinneren. Dat is de reden geweest dat ik nu voor NASA werk."
De impact van een Mars-missie zal gigantisch zijn, voorspelt Kirasich. "Ik kan alleen maar speculeren wat er gebeurt als we mensen naar de maan en Mars sturen. De belangstelling voor ruimtevaart zal geweldig toenemen."
Nico Dettmann van ESA: "De mensheid heeft al heel lang een droom om voet te zetten op de maan en andere planeten. Het zou fantastisch zijn als we daarin slagen."