Koop beide Rembrandts lijkt minder zeker
Minister Bussemaker van Cultuur lijkt minder zeker over de komst van de twee gewilde Rembrandt-portretten naar het Rijksmuseum. Vorige week zei de minister nog dat ze ervan uitging dat beide doeken naar Nederland komen.
Nu Frankrijk zich nadrukkelijker als koper van één van de twee doeken manifesteert, is Bussemaker minder stellig. "Ik heb gezegd dat ik goede hoop heb dat de schilderijen in Europees bezit zouden blijven. Het idee dat ze in Nederland te zien zijn, zou ik nog steeds heel belangrijk vinden."
Snel duidelijkheid
De twee topstukken, die in het bezit zijn van de Franse familie Rothschild, moeten 160 miljoen euro kosten. De bedoeling is dat het Rijk 80 miljoen betaalt, en het Rijksmuseum de andere 80 miljoen bij elkaar zoekt. Vorige week bracht Frankrijk ook een bod uit van 80 miljoen euro op een van de twee schilderijen.
Bussemaker hoopt snel duidelijkheid te kunnen geven. Of dat vandaag al is, weet ze niet, maar dat de minister haast maakt, is duidelijk.
Spoedprocedure
In een ongebruikelijk snelle procedure moet zowel de Tweede Kamer als de Eerste Kamer akkoord geven voor de 80 miljoen euro die Bussemaker wil gebruiken bij de koop.
Vandaag werd in de Tweede Kamer al gedebatteerd over de aanvullende begroting. Veel Kamerleden wilden vooraf al details weten over de koop en wat er gebeurt als Nederland de topstukken toch samen met Frankrijk aanschaft.
Gaat Nederland dan minder dan 80 miljoen euro investeren, vroegen ze zich af. Minister Dijsselbloem van Financiën zei dat de overheidsbijdrage van 80 miljoen een maximumbedrag is en dat het de bedoeling is dat andere private partijen meebetalen. "De gesprekken zijn hierover nog gaande."
Als Nederland niet beide doeken, maar slechts één van de twee portretten van Maerten Soolmans en Oopjen Coppit kan kopen, zullen de schilderijen waarschijnlijk wel gelijktijdig tentoongesteld worden in Frankrijk en Nederland.