Veel belangstelling voor Gouden Koets op Het Loo
De Gouden Koets trekt veel belangstellenden naar Paleis Het Loo. Vanaf vandaag is de koets er vier dagen te zien, voordat het rijtuig voor een restauratie jaren uit beeld verdwijnt.
Nog voordat het paleis in Apeldoorn om 10.00 uur openging, stonden er al enkele honderden bezoekers in de rij. Ook rond het middaguur hield de stroom mensen nog aan. Belangstellenden kunnen de koets van dichtbij bekijken. De laatste keer dat dat kon, was in 2002.
Paul Rem, conservator van Paleis Het Loo, is content met de belangstelling. "De Gouden Koets te gast hebben is natuurlijk smullen voor mij. Het is niet het meest elegante rijtuig, maar wel het meest bekende. De Gouden Koets representeert de continuïteit van de monarchie. Elk jaar op Prinsjesdag rijdt hij uit en zit ons staatshoofd erin. Iedereen die de koets ziet rijden weet: daar gaat de koning."
De Gouden Koets is te zien op de tentoonstelling Paardenkracht en Autopracht, ter ere van het 200-jarig bestaan van het Koninklijk Staldepartement. Er zijn historische rijtuigen, auto’s, een bus en sledes van het Koninklijk Huis te zien. Ook wordt er twee keer per dag een defilé gehouden, maar de Gouden Koets rijdt dan niet mee.
Onderhoud
Na Prinsjesdag zal de koets drie tot vier jaar in onderhoud zijn. Het onderstel, de kast, stofferingen en de bok worden onder handen genomen. Onder andere het houtsnijwerk en de wielen zullen grondig worden gerestaureerd. Het is de eerste restauratie in de 117 jaar dat de koets bestaat.
Eindverantwoordelijk voor de restauratie is stalmeester Bert Wassenaar. "Hout werkt, dus op den duur krijg je scheuren", zegt hij over de houten panelen. "En in de koets heeft de zijden hemel hier en daar waterschade opgelopen. Dat komt ook weer doordat het hout werkt, waardoor je kieren krijgt en het gaat lekken bij regen."
Zolang de Gouden Koets niet beschikbaar is, zal Willem-Alexander voor ceremoniële taken de Glazen Koets gebruiken. Dit voertuig, het oudste in de stallen van het Koninklijk Huis, is sinds begin dit jaar weer beschikbaar na een restauratie van vijf jaar.
Cadeau
Amsterdam deed de Gouden Koets in 1898 cadeau aan koningin Wilhelmina ter ere van haar inhuldiging. Op 7 februari 1901 werd hij voor het eerst gebruikt, bij haar huwelijk met prins Hendrik. Naast de jaarlijkse rijtoer op Prinsjesdag, werd de koets ook gebruikt bij de huwelijken van Juliana, Beatrix en Willem-Alexander.
Voor de bouw van de koets werden zoveel mogelijk materialen uit het koninkrijk gebruikt, zoals leer uit Brabant, vlas uit Zeeland en ivoor van Sumatra. De binnenbekleding is versierd met het rijkswapen en de wapens van de provincies en Amsterdam.
Aan de buitenkant zijn allegorische voorstellingen te zien over Nederland. Die buitenkant is natuurlijk niet van echt goud: het is bladgoud en goudverf.
Slavernij
In 2011 ontstond er ophef over de manier waarop het slavernijverleden was geïllustreerd op de koets. In een kritisch krantenstuk stelden Kamerleden van SP en GroenLinks dat het paneel maar naar het Rijksmuseum moest worden gebracht, "waar het hoort". De Rijksvoorlichtingsdienst wees dat van de hand.
Overigens is dat paneel nu niet te zien voor het publiek, doordat die kant van de koets tegen een muur is geplaatst. Of dat expres is gedaan, weet conservator Paul Rem niet. "Ik was er niet bij toen de koets geplaatst werd, maar het is voorstelbaar. Het is natuurlijk een emotionele discussie. Wij willen geen olie op het vuur gooien. Aan de andere kant: de schilderingen zijn gemaakt in 1898. Je moet ze zien in de context van die tijd. Dan kun je zeggen: ze moeten eraf, maar daarmee is het verleden niet weggepoetst."