Advocaat: Staat aansprakelijk voor marteling Indonesiër

Advocaat Liesbeth Zegveld stelt de Staat aansprakelijk voor de behandeling van een Indonesische gevangene door Nederlandse militairen tijdens de zogeheten politionele acties eind jaren veertig. Volgens Zegveld was er sprake van "stelselmatige martelpraktijken".

Ze baseert zich op de getuigenis van de voormalige gevangene, op andere bronnen en op de Excessennota uit 1969, het verslag van een regeringsonderzoek naar het optreden van het Nederlandse leger in de voormalige kolonie.

De nu 86-jarige meneer Yaseman werd in 1947 in Oost-Java gevangen genomen door militairen van het KNIL, het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger. Hij werd ervan verdacht de beweging te steunen die streefde naar onafhankelijkheid van Indonesië. Om een bekentenis los te krijgen zou Yaseman stroomstoten hebben gekregen. Ook zou hij zijn gedwongen om veel water te drinken, waarna ondervragers op zijn buik gingen staan, de zogeheten waterproef.

Vijf dagen

Volgens Zegveld heeft Yaseman ernstig psychisch en lichamelijk letsel aan de marteling overgehouden. Ze eist schadevergoeding. Hoe hoog dat bedrag is, is niet duidelijk. Vanwege de hoge leeftijd van haar cliënt wil ze binnen vijf dagen een reactie van de Nederlandse Staat, zo meldt het Comité Nederlandse Ereschulden.

Zegveld zet zich al langer in voor slachtoffers van de politionele acties. Zo stond ze onder meer de weduwen bij van mannen die destijds door Nederlandse militairen zijn geëxecuteerd. Zij kregen in 2013 excuses en een schadevergoeding.